Kruispunt / Opinie

De ontbrekende sleutel

De start van de regering Di Rupo is, zoals verwacht, niet van een leien dakje gelopen. Er was meteen al heel wat herrie wegens de eerder gebrekkige ‘Vlaamse’ voertaal van de eerste minister en de pensioenplannen van minister Vincent Van Quickenborne. De eurokritische uitval van minister Paul Magnette (Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking) en de ‘vergeten’ besnoeiingen op de ministeriële wedden en koninklijke dotatie verwekten eveneens wat wrevel. Staatssecretaris Maggie De Block (Asiel en Migratie en Maatschappelijke integratie) was het uitverkoren mikpunt van goedkope spot.

De kritiek en hoon van de N-VA was voorspelbaar. Deze partij, die door haar radicale standpunten en compromisloze halsstarrigheid in feite zichzelf in de oppositie had gemanoeuvreerd, had duidelijk haar historisch fiasco nog niet verteerd. De meerderheid slaagde er nochtans moeiteloos in, het gejammer te ontzenuwen. Groen, die om puur electorale redenen uit de regeringsboot gestoten was, voerde wel degelijk sociale argumenten aan om het geplande bezuinigingsbeleid wat bij te schaven.
Al met al doorspartelde de nieuwe regering haar wittebroodsweken met enig succes. Bijzonder hoopgevend zijn zeker haar prompte aanpak en werklust en vooral de solidariteit die de ploeg meteen aan de dag heeft gelegd. Iedereen beseft natuurlijk wel dat haar een uiterst zware en gewichtige taak te wachten staat. Het wordt zeker geen gemakkelijke, eenvoudige klus. De nu reeds geplande begrotingsherziening in februari wordt heus al een niet te ontwijken eerste hordenloop.
Ondanks de normale bezwaren van heel wat burgers tegen sommige aangekondigde besparingen, beperkingen en lastenverhogingen, oogstte het drastisch maar noodgedwongen regeringsprogramma bij velen het nodige begrip. Premier Di Rupo eiste met klem en overtuiging het etiket van de door de bevolking gevraagde ‘verandering’ op. De meeste Belgen beseffen wel dat ons Landje, vooral binnen zijn Europese, zo niet mondiale context, niet achterwege kan blijven. Niemand kan zich veroorloven in de huidige recessie de harde realiteit te negeren. Iedereen moet erin vertrouwen dat wij enkel mits bezuinigingen en inleveringen, in staat zijn er weer bovenop te geraken. Dit vertrouwen is, samen met de even noodzakelijke stimuli van de overheid, de sleutel van het herstel.
Het imago van de grootste oppositiepartij heeft in die startperiode van de nieuwe regering alvast een flinke deuk gekregen. De meerderheid heeft tijdens de parlementaire debatten herhaaldelijk de huichelachtige verzinsels en aantijgingen van de N-VA blootgelegd en afgewezen. De voorspelling van deze laatste dat de hypothecaire aftrek zou afgeschaft worden, blijkt totaal uit de lucht gegrepen. Dat de communicatie van de overheid soms te wensen overlaat is geen excuus voor ongegronde beweringen.
De e-mail fratsen van N-VA-minister Philippe Muyters hebben de geloofwaardigheid en het zitje van deze laatste in de Vlaamse regering eveneens in het gedrang gebracht. Ze bezorgden hem alvast een motie van wantrouwen vanwege de oppositie.

De federale regering heeft wellicht toch een belangrijk element over het hoofd gezien. Door de heropflakkering en de uitwassen van het extremistisch nationalisme zijn de gemeenschappen alsmaar uit elkaar gegroeid. De belagers van de nationale eenheid betogen zelfs dat deze regionale verschillen tegenstrijdig en onverzoenbaar geworden zijn; zij verzwijgen evenwel dat zij zelf met allerlei overdrijvingen en drogredenen tot deze discrepantie bijgedragen hebben.
Om een verdere aftakeling te vermijden, zijn zeker een aantal maatregelen vereist. Er werden overigens reeds enkele lofwaardige initiatieven genomen om de toenadering en het beter begrip van de entiteiten te bevorderen. De recente TV-rondetafelconferentie van de presidenten van de Vlaamse, Waalse, Brusselse en Duitstalige gewesten bv. was een hoopgevend initiatief.
Er werd overigens al herhaaldelijk vastgesteld en aangetoond dat de gewone burgers uit het Noorden en het Zuiden van het Land veel beter met elkaar kunnen opschieten dan sommige heetgebakerde politici vaak beweren. Als de politieke klasse echt wenst dat alle Belgen, welke taal zij ook spreken, naar elkaar toe groeien en begripvol samenleven, dan dient ook zij hieraan haar steentje bij te dragen.
Een middel hiertoe, wellicht het essentieelste, is het instellen van een nationale kieskring, zoals oud-premier Guy Verhofstadt reeds jaren geleden heeft aangekaart.
Dit plan, dat overigens ook in de eerste regeringsvoorstellen van premier Di Rupo voorkwam, is om onduidelijke redenen ‘stiekem’ in de vergeethoek terechtgekomen. Dergelijke maatregel, deze ‘ontbrekende sleutel’, zou de toppolitici van het Land nochtans aanzetten tot meer onderling begrip, overleg en samenwerking, over de taalgrenzen heen. Het huidig kiessysteem in België is overigens feitelijk ondemocratisch. De leden van de federale regering, die nochtans bevoegd zijn voor allerlei nationale aangelegenheden, kunnen immers voor de uitoefening van hun beleid enkel door een gedeelte van de bevolking rechtstreeks ter verantwoording geroepen worden. Welke ‘verkozene des volks’ heeft de ernst en de moed om deze anomalie alsnog bij de op til zijnde grondwetsherziening ter tafel te brengen?

JMP
22.01.2012
Toon alle berichten in Kruispunt / Opinie
JMP-Trends © 2024