Kruispunt / Opinie

Het Signaal

De verwachte doorbraak van de nationalistische N-VA bij de provinciale en gemeenteraadsverkiezingen is een voldongen feit. Deze partij heeft aldus op het lokaal en regionaal niveau de stellingen ingenomen die ze reeds eerder op nationaal en gewestelijk terrein had veroverd.
Deze overwinning bevestigt aldus de forse positie die de Vlaams-nationale beweging in het Land vertegenwoordigt. Het fenomeen op zich is niet nieuw; deze stap vertolkt in zekere zin de sluimerende en toenemende verenging en verzuring van een aanzienlijk gedeelte van onze bevolking.
Onze beleidslieden kunnen deze evolutie niet negeren noch miskennen. Het is hun taak tegemoet te komen aan de verantwoorde verzuchtingen en de nodige maatregelen en beslissingen te nemen ten einde het misnoegen van sommigen in te dammen.

De uitslag van deze verkiezingen heeft echter geenszins de allures van een tsunami, die sommigen hadden gewenst of aangekondigd. In werkelijkheid is zij louter de regionale en plaatselijke vertaling van een evolutie die zich in de vorige verkiezingen reeds op een hoger echelon had voorgedaan. Het was voor iedereen vooraf duidelijk dat dergelijke nivellering te verwachten, ja onvermijdelijk was.
De cijfers liegen niet: het huidig zgn. ‘succes’ van de N-VA overstijgt geenszins de resultaten die deze partij behaalde in de laatste nationale verkiezingen. Een precieze berekening is nochtans vrijwel onmogelijk wegens de kartelvorming, het ontbreken van sommige partijen of de deelname van niet-partijgebonden kandidaten in een aantal gemeenten. De provinciale uitslagen benaderen wellicht het best de reële verhoudingen van de diverse partijen. De vergelijking met de resultaten voor de provincieraden in 2006 is evenwel niet mogelijk, omdat de N-VA toen een kartel vormde met de CD&V. Het is evident dat alle partijen, behalve Groen (+ 0,1%), percentsgewijze door de opkomst van N-VA verloren hebben i.v.m. zes jaar geleden. Als men echter de resultaten vergelijkt met de uitslagen bij de Kamerverkiezingen van 2010 stelt men vast dat de N-VA sindsdien slechts 0,7% gewonnen heeft (27,8% in 1010, 28,5% in 2012); CD&V won echter 4,2% (17,3% in 2010, 21,5% in 2012), Open VLD 1,0% (13,6% in 2010, 14,6% in 2012), en Groen 0,8% (6,9% in 2010, 7,7% in 2012); sp.a verloor wel 3,1% (14,6% in 2010, 11,5% in 2012) terwijl het V.B. 3,4% (12,3% in 2010, 8,9% in 2012) inboette.
Deze cijfers geven een duidelijk maar betrekkelijk beeld (mutatis mutandis) van de recente evolutie van het stemgedrag in Vlaanderen. Van enige voortzetting van de opmars van de N-VA is dus weinig of geen sprake. Het staat nochtans buiten kijf dat de N-VA een gevestigde pion op het electoraal schaakbord geworden is. De vergelijking van de huidige resultaten met die van de provincieraadverkiezingen in 2006 toont bovendien aan dat het succes van de N-VA in grote mate te danken is aan de neergang van het VB. Dit laatste verloor 12,6% (21,5% in 2006, 8,9% in 2012), nagenoeg uitsluitend aan de N-VA.

Hoewel men dit cijfermateriaal toch enigszins moet relativeren, blijkt hieruit onomstootbaar dat de vooruitgang van de N-VA sedert de vorming van de nationale Unie-regering di Rupo sterk is afgezwakt en wellicht een halt is toegeroepen.
Of dit zal volstaan om de machtshonger van Bart De Wever te temperen, is een andere zaak. De strategie van de N-VA-top is duidelijk: de strijd voor het minister-presidentschap in Vlaanderen ligt voor de boeg. Mocht hij hierin slagen, dan wordt de splitsing van België onvermijdelijk.

JMP
15.10.2012
Toon alle berichten in Kruispunt / Opinie
JMP-Trends © 2024