Kruispunt / Opinie

De Rubicon

 

De verkiezingsslag op 25 mei 2014 nadert met rasse schreden. Nog honderd dagen en ’t is zover. Alle partijen hebben in hun gelegenheidscongressen nagenoeg hun kaarten op tafel gelegd: soms haast onhaalbare beloften, alom onderhuidse tactiek, maar ook wat stoere plannen en goede voornemens. De extremisten doen daar nog een sausje bovenop: hun gebruikelijk gezwam en torenhoge luchtkastelen. Alsof zij Vlaanderen zullen omtoveren tot een aards paradijs, ten koste van een gesplitste, ontmantelde en leeggezogen Belgische natie.

 

We moeten nuchter blijven, nietwaar? Het V.B. is tenminste nog rechttoe rechtaan. Zijn aanhangers weten precies waarvoor ze staan. De vermomming en het bedrog van de N-VA daarentegen nemen alsmaar toe.
‘Onafhankelijk’ Vlaanderen ‘op termijn’? Dat zeggen ze nu. Wat heeft dit te beduiden? Wie kan nu weten wat hun nakomelingen, zeg maar over vijftig of honderd jaar, zullen of kunnen wensen? Neen dus, ‘op termijn’ betekent in hun illusies ‘zo spoedig mogelijk, liefst morgen’. Hun bestaansreden prijkt niet voor niets vooraan in hun statuten. Tijdens hun jongste congres hebben ze er geen jota aan veranderd. Verblinding troef.

Idem voor het ‘wondermiddel’ dat ze hiervoor willen opdissen: ‘confederalisme’.
De term is relatief ‘nieuw’: hij kwam in de elfde herziene druk (1984) van de ‘Dikke van Dale’ niet eens voor; in de negende uitgave (1991) van het ‘Verschueren Groot geïllustreerd Woordenboek’ al evenmin. Hij verscheen voor ’t eerst in de Woordenlijst Nederlandse taal, in 1995.

Verschueren bepaalde toen wel reeds de definitie van het specifieke woord ‘confederatie’: ‘verbond inz. Statenbond van onderling onafhankelijke delen, die tegenover vreemde mogendheden gemeenschappelijk optreden’. Hij vermeldde als voorbeeld: ‘Zwitserland is een confederatie’.

De term ‘confederatie’ is, volgens dezelfde bron, afgeleid van het Latijnse ‘foedus’  (verdrag, verbond, overeenkomst) en verwant met het werkwoord ‘fidere’ d.i. ‘vertrouwen stellen in, zich verlaten op’.

Hallo, ‘confederatie’ à la N-VA’? Dit zou dus van ons Land een ‘Statenbond van onderling onafhankelijke delen’ maken. Zelfstandige deelstaten dus die tegenover andere staten (naar eigen keuze en goeddunken) gezamenlijk zouden (kunnen) optreden. Alsof daarmee alle communautaire en andere twisten zouden ophouden.

Het is overduidelijk: dit is onrealistisch, dit is bedrieglijk, dit is misleidend. Geen enkele   andere democratische partij is bereid in dergelijke structuur mee te stappen.

 

Overigens gaat de gelijkenis met Zwitserland helemaal niet op. Dit is in 1291 ontstaan vanuit het ‘Zwitsers Eedgenootschap’, het ‘eeuwig verbond’ van diverse volkeren, in 1798 omgevormd  tot Helvetische Republiek, in 1815 tot een ‘statenbond’ (confederatie) van 22 kantons en in 1845 tot een ‘bondstaat’.

De ‘geschiedenis’ van België begon in 1790 eveneens met de oprichting van een republiek, een soort ‘Statenbond’ (‘Etats belgiques unis’), maar deze werd nog datzelfde jaar weer opgedoekt. Veertig jaar later – na nieuwe vreemde overheersingen – riep het Voorlopig Bewind ‘s Lands onafhankelijkheid uit; de Grondwet bracht in ons Land toen de parlementaire monarchie tot stand. Een unitaire staat dus. Om tegemoet te komen aan de groeiende wens van de bevolking werd op 5 mei 1993 de federale staat gecreëerd; vorig jaar kwam de 6e staatshervorming tot stand die aan de deelstaten zelfs het grootste deel van de bevoegdheden verleende.

De geschiedenis leert ons dus dat Zwitserland aanvankelijk als statenbond fungeerde doch zich reeds 17 jaar later tot ‘bondstaat’ verenigde. De Belgische ‘statenbond’ hield niet eens een jaar stand.

De verklaring van deze hervormingen is duidelijk. Verschueren definieert  een ‘statenbond’ als ‘een bond van staten die tot op zekere hoogte hun zelfstandigheid behouden’; hij geeft de Verenigde Staten van Noord-Amerika als voorbeeld. Een ‘bondstaat’ daarentegen omschrijft hij als ‘een staat gevormd door vereniging van tot op zekere hoogte zelfstandige landen, gewesten of steden; als voorbeeld verwijst hij naar Zwitserland. Hij benadrukt  overigens uitdrukkelijk dat een “statenbond een lossere vereniging dan een bondstaat” is.

In hetzelfde woordenboek wordt trouwens ook de term ‘federalisme’ omschreven als “stelsel van een statenbond of van een bondstaat”. Door zich uit te spreken voor ‘confederalisme’ (statenbond) geeft de N-VA dus uitdrukkelijk te kennen waar ze naartoe wil. Of dergelijke staatsstructuur het lang zou uithouden valt, zoals de geschiedenis aantoont, te betwijfelen. Alles wijst er immers op dat de feitelijke splitsing in de kortste tijd zou uitmonden in een complete breuk.

Natuurlijk keren de andere ‘democratische’ partijen zich af van dergelijke pure nonsens. Trouwens, zelfs een aanzienlijk aantal N-VA - sympathisanten zijn het blijkbaar met die grondstelling niet eens. Het is overigens opmerkelijk dat, zoals blijkt uit een recent grootschalig onderzoek van de KU Leuven, slechts 16,5 procent van de N-VA - kiezers en 37,5 procent van de VB – kiezers zich in 2010 uitspraken voor de splitsing van België. Blijkbaar stemde de meerderheid van deze kiezers dus wegens andere motieven dan de ‘onafhankelijkheid’.

De verwarring dreigt echter nog toe te nemen. Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) gewaagt nu immers van ‘positief confederalisme’. Eigenlijk is dit een contradictio in terminis, blijkbaar om zich te distantiëren van het N-VA.

Het is erg bedenkelijk en zorgwekkend dat de twee grootste Vlaamse partijen met dergelijke prietpraat hun kiezers pogen te begoochelen. Het onderscheid tussen beide is nochtans zonneklaar: het CD&V wil geen splitsing van het Land, enkel meer bevoegdheden voor Vlaanderen. Waarom dan zoveel politiek gefröbel?

 

De N-VA heeft onlangs tijdens haar verkiezingscongres de dekmantel enigszins opgelicht. Als we het goed begrijpen bevestigt ze dat de partij thans voluit gaat voor de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Vlaanderen maar dat ze nadien ook bereid zou zijn tot vrijblijvende akkoorden met Wallonië. Wat er met Brussel zou moeten gebeuren mag Joost weten. Volgens sommigen zou dit de hoofdstad van Vlaanderen moeten worden. Blijkbaar wil zij ook niet geweten hebben dat dit een reële splitsing van België zou betekenen. Begrijpe wie kan. Verwacht zij dan echt dat de trouwe Belgen – in Wallonië, in Brussel en ook nog altijd in de Vlaamse meerderheid – het ooit eens zullen zijn met dergelijke koehandel?

Blijkbaar hebben de congresgangers, ondanks wat tegenspraken, hierover nu toch een overeenkomst bereikt. De grote ‘leider’ Bart De Wever heeft aldus, aan het hoofd van zijn troepen, de Rubicon overgestoken. Nu nog een klinkende zege en het thuisland Rome ligt aan zijn voeten, zo hoopt hij.

 

Zo’n vaart zal het wel niet lopen. De kiezers dienen nochtans te beseffen, ondanks alle schijnvertoning, wat er ècht op het spel staat.

De regeringsvorming na de verkiezingen zal waarschijnlijk een bijzonder zware klus worden. Koning Filip zal zich voorzeker zwaar moeten inspannen om, net als zijn vader twee jaar geleden, de hete kastanjes uit het vuur te halen.  Het wordt zowaar heel moeilijk om de diverse standpunten te verzoenen en aan de vooraf gestelde eisen te voldoen, indien de gesprekspartners niet eens bereid zijn tot compromissen. Als de primaire wil echter ontbreekt om tot een vergelijk te komen,  blijft enkel de weg van het gezond verstand. Zo niet wordt de totale ineenstorting schier onvermijdelijk.

Niemand hoeft zich ter zake enige illusie te maken: België kan zich in de huidige omstandigheden een nieuwe regeringscrisis van 541 dagen niet meer permitteren. Zo’n ramp zou alle inspanningen en verwezenlijkingen van de voorbije jaren tenietdoen, alle moeizaam verworven internationaal krediet kelderen en ons Land in de grootste ellende storten.

Dit is helaas geen doemdenken, zoals het N-VA thans wil doen geloven.

Dit is de fundamentele keuze die elke kiezer weldra in eigen handen heeft.

JMP
14.02.2014
Toon alle berichten in Kruispunt / Opinie
JMP-Trends © 2024