Kruispunt / Opinie

'Geheime' agenda

Het stond in de sterren geschreven: de door de N-VA beloofde ‘institutionele  rust’ voor de duur van de legislatuur, die aan de basis lag van de vorming van de regering Michel, is na anderhalve maand reeds als een zeepbel uiteengespat.


Een recente verklaring van vice-premier Jan Jambon, tijdens een lezing  bij  de Antwerpse afdeling van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV), stak het vuur aan de lont. Hij ‘onthulde’ er namelijk het bestaan van een geheime schriftelijke overeenkomst van de vier regeringspartijen; derhalve zouden zij, op het einde van de legislatuur, de nodige stappen zetten voor een mogelijke communautaire grondwetsherziening (zie ook opiniestuk 53 ‘Boerenbedrog’). De oppositiepartijen namen het onfrisse nieuws op 27 november al stevig op de korrel in de Kamer.

 

Precedenten
 

Het ‘fundamenteel bedrog’ kwam eigenlijk reeds aan het licht bij de eedaflegging bij de Koning, toen de nieuwe N-VA- excellenties Jan Jambon (vice-premier en Binnenlandse Zaken) en Theo Francken (staatssecretaris voor Asiel en Migratie) de grondwettelijke eed meenden te moeten afleggen met het V-teken, het (gestolen) symbool van hun ambities en succes bij de verkiezingen.
Beide bewindslieden kwamen daarna nogmaals in opspraak, in de Kamer, op grond van hun vroegere dubieuze verklaringen i.v.m. de collaboratie en ‘het nut’ van immigranten. Toen reeds werd door de oppositie – inzonderheid de PS, bij monde van de vorige minister van Binnenlandse Zaken Laurette Onkelinx - het ontslag van beide N-VA’ers geëist.

 

Men zou beide ‘incidenten’ met wat goede wil en de mantel der liefde kunnen toedekken, mochten deze niet volkomen stroken met de bedrieglijke attitudes, voorwendsels en manoeuvres die wij met de regelmaat van een klok vanwege de partij der ‘verandering’ gewoon geworden zijn. Inderdaad, zoals Jan Jambon al herhaaldelijk ook zelf heeft te verstaan gegeven: van een nieuwbakken minister mag men geen foutloos parcours verwachten.


Edoch, een gefakete ‘eed van trouw’, bovendien t.o.v. de hoogste gezagsdrager van ’t Land, kan men bezwaarlijk tot een ‘fout’ minimaliseren. De N-VA-vice-premier gaf naderhand, ter vergoelijking, minachtend te  kennen dat hij zich aldus ’uit gewoonte vergist’ had; dit maakte ‘de fout’, zo mogelijk, alleen maar erger. Bovendien maakte zijn partijgenoot enkele seconden later precies dezelfde ‘fout’; dit lijkt erop te wijzen dat de ‘stunt’ –of hoe je het ook noemen wilt – ‘op afspraak’ gepleegd werd. Of was het misschien  ‘in opdracht’?

Het kan verwondering wekken dat deze ministeriële ‘lapsus’ nadien zo weinig deining veroorzaakt heeft. Het tijdstip van de misstap zelf was natuurlijk ongelegen; men kan wel aannemen dat de aangelegenheid naderhand door eerste minister Michel ‘om de lieve vrede’ binnenskamers afgehandeld werd. Jonggehuwden kunnen elkaar immers niet vanaf de eerste dag in het haar vliegen. Het was overigens toen al meteen zonneklaar dat de kersverse ‘liefde uit noodzaak’ zeer spoedig zou afkoelen en, zonder vlugge koerswijziging, gedoemd was om op de klippen te lopen.

 

Bargoens

Het heeft inderdaad amper slechts zes weken geduurd eer de regels van de welvoeglijkheid en het correct ethisch gedrag opnieuw een flinke deuk kregen.

In diverse verdachte maar onduidelijke verklaringen tijdens de ‘wittebroodsweken’ van de regering Michel 1 waren reeds aanwijzingen aan het licht gekomen inzake ultieme eisen en voorwaarden die de N-VA had gesteld bij de regeringsvorming en –deelname (zie  ‘Kruispunt Opinie 53 ‘Boerenbedrog’).

Na de verkiezingen van 25 mei 2014 had de N-VA wel sterk gescoord, maar ‘de partij der Verandering’ behaalde toch ‘slechts’ 20,26% van de stemmen.  Als grootste partij van het Land kon zij wel aanspraak maken op de regeringsvorming, maar ze had hiervoor wel coalitiegenoten vandoen. De N-VA wou bovendien – het kostte wat het wil – aan de macht komen; zij had overigens  reeds haar lesje geleerd bij de samenstelling van de regering di Rupo.
Centrumrechts bleek voor haar de enige haalbare kaart; voorwaarde was wel dat zij zou instemmen  met de door haar partners geëiste ‘communautaire rustperiode’ gedurende gans de legislatuur. Toch haalde de N-VA blijkbaar een ‘tegenprestatie’ uit de brand: de kans om op het einde van het verhaal een herziening van de grondwetsartikelen te bekomen. Hiertoe moet de regering deze vooraf vatbaar voor wijziging verklaren, waarna de Kamer (te gelegener tijd) de finale beslissing moet nemen.

Dit alles werd aanvankelijk niet aan de grote klok gehangen. Slechts één zinnetje in het regeerakkoord zou op deze aangelegenheid betrekking kunnen hebben: “Na afloop van deze legislatuur zal, zoals voorzien door het kiesstelsel en zoals  toegestaan door de grondwet, het aan de kiezers zijn om zich uit te spreken over de verschillende beleidsprojecten’.

Dit administratief Bargoens laat diverse interpretaties toe. Het is nogal wiedes dat de kiezers zich na verloop van deze regeerperiode zullen kunnen uitspreken over de toekomst; met ‘de verschillende beleidsprojecten’ kan men inderdaad alle kanten uit.

 

Verdoken afspraak
 

Het gaat niet enkel om de vraag of de regering Michel I het voornemen heeft om op het einde van de huidige legislatuur  - dit is in princiep binnen vijf jaar – het artikel 195 van de grondwet vatbaar voor wijziging zal verklaren. De premier heeft, na bespreking door het kernkabinet, hierover reeds te verstaan gegeven: “Zoals al dertig jaar het geval is, zullen we aan het einde van de legislatuur bekijken welke artikelen van de grondwet voor herziening vatbaar zullen verklaard worden.”

Op te merken valt dat dergelijke beslissing om te ‘bekijken’ geenszins een verplichting is; bovendien is het al eerder gebeurd dat een regering uitdrukkelijk vooraf bekend maakte dergelijke procedure af te wijzen. Nu staat het dus inderdaad vast dat deze maatregel wel degelijk is afgesproken.
Het is ook zonderling dat de premier in het midden laat ‘welke artikelen’ van de grondwet hiervoor in aanmerking komen. Waarom hanteert hij die opzettelijke vaagheid? Poogt hij aldus te vermijden zijn achterban voor het hoofd te stoten of probeert hij iemand te misleiden?

Dat zo’n belangrijke, principiële aangelegenheid niet duidelijk  en concreet opgenomen werd in het (publieke) regeerakkoord, is  - zeker in de huidige context – hoogst verwonderlijk. Het valt bovendien op, dat dit heikel ‘deelakkoord’ pas in de ultieme fase van de regeringsonderhandelingen gesloten is: na de allerhande, langdurige besprekingen en betwistingen was deze deal – althans voor de N-VA – hoe dan ook zowat ‘de kers op de taart’.
Dit alles geeft te kennen dat deze fundamentele voorwaarde van de Vlaams nationalisten als ’t ware de ‘sleutel’ was van de uiteindelijke overeenkomst met de traditionele regeringspartijen. Blijkbaar moest deze queeste in alle  discretie, zeg maar in het grootste geheim, afgehandeld worden. Een eenvoudig ja-woord kon voor de N-VA zeker niet volstaan. Het moest op papier komen; en, voor alle zekerheid, in de sluizen van de vier regeringspartijen bewaard worden.

Het scenario van de geheimdoenerij  klopt als een bus.
Of het doek zal gelicht worden, valt te betwijfelen.
Hoe dan ook, Jan Jambon heeft met zijn recente ‘onthullingen’ voor een kliekje commilitones, een steen in de kikkerpoel gegooid.
 

Ontluisterend betoog

In tegenstelling tot premier Michel was het N-VA boegbeeld op dinsdag 25 november voor de KVHV-studenten te Antwerpen bijzonder loslippig. Naar eigen zeggen werd hij door zijn achterban “ter verantwoording geroepen”. Hij kon daar begrip voor opbrengen. “Ik ben nu een Belgische vice-premier: dat wil ik eigenlijk helemaal niet zijn. Is het dit allemaal dan wel waard? Die vraag houdt mij elke dag bezig.” [Apache.be]

Jambon verdedigde wel de deelname van de N-VA aan de federale regering. Een sociaaleconomisch herstelbeleid  alsook hervormingen van migratie en justitie compenseren de communautaire stagnatie in de volgende vijf jaar. “Wij hadden geen partners voor het confederalisme” constateerde hij; “een federaal beleid dat tegen de wil van de Waalse meerderheid in gaat moet ervoor zorgen dat de PS zelf een nieuwe staatshervorming zal vragen.”

Voorts bekende hij dat zijn ontmoetingen met de Koning hem soms in heel gênante posities brengt. ”Maar op het kabinet hebben we alle Belgische vlaggen weggehaald. Er hangt enkel nog één koningsportret waar de journalisten komen…”

 

Geheime schriftjes
 

Deze openhartige ‘bekentenissen’ zeggen veel over de precieze visie en planning van de vice-premier. Het siert hem wel dat hij er geen doekjes om windt. Men kan zich hierbij evenwel de vraag stellen in hoeverre dit alles te rijmen valt met zijn functie en hoe hij zich in die positie zal kunnen handhaven. Meer nog, zit de partij waarvan hij toch een van de kopstukken is, wel degelijk op haar plaats?
Jan Jambon sprak immers zeker niet enkel zijn eigen biecht.

De vice-premier bevestigde daarenboven met klem: “Naast het regeerakkoord zijn er de Atoma-schriftjes die in de kluizen liggen van de vier regeringspartijen. Daarin staan afspraken over grondwetsartikelen die voor herziening vatbaar verklaard zullen worden. Ik denk dat we zelfs het artikel 195 over de procedure van staatshervormingen zullen kunnen pakken.” [apache.be]

Deze toelichting laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De details zoals specifieke ‘Atoma-schriftjes’, ‘partijkluizen’ en ‘artikel 195’ komen voorzeker van een insider; het is gewoon ondenkbaar dat een politicus van dit formaat het zou aandurven dergelijke informatie zomaar te ‘fantaseren’.
Men kan zich trouwens ook bedenkingen maken bij de door Jambon gespecificeerde opgave van de geheimschriftjes. Het lijkt wel alsdat hij op die manier de authenticiteit ervan wou benadrukken. Ofwel was dit ook humoristisch bedoeld: het origineel en ingenieus Atoma inbindsysteem maakt het schift immers makkelijker te hanteren zoals bladen toevoegen, verwijderen, omwisselen, printen, kopiëren…

Daarenboven, het aangekondigde thema van de lezing was: ’De staatshervorming  in de koelkast?’ De vice-premier moet toch wel beseft hebben dat dergelijk ‘hot ‘ nieuws niet enkel binnen de vier muren van het Antwerps KVHV-lokaal zou blijven. Ongetwijfeld heeft hij aldus de achterban, die zich zorgen maakt over de huidige koers van de partij, ietwat willen sussen; doch het was gewoon vooral zijn betrachting de goegemeente duidelijk te maken dat de N-VA haar ultieme droom niet zal verzaken.

 

Tegenspraak
 

De boude ‘onthullingen’ van Jan Jambon hebben een fikse rel in de Kamer en heel wat betwisting teweeggebracht.
Premier Charles Michel ontkende het bestaan van ‘geheime Atoma-akkoorden’ maar bevestigde de ‘regeringsbeslissing’ om de zaak te bekijken; andere ministers  weerlegden het bestaan van  ‘communautaire akkoorden’; N-VA-fractieleider Hendrik Vuye gaf tegelijk vergoelijkend en sarcastisch te kennen zich niet te herinneren dat er ooit een regering zonder Atoma-schriftjes tot stand gekomen is. Jan Jambon betoogde in diverse interviews dat hij te letterlijk, dan weer verkeerd begrepen werd; het was slechts ‘beeldspraak’. Alsof belangrijke regeringsbeslissingen thuishoren in fabeltjesland.

Er is dus duidelijke tegenspraak, waar niemand wijzer van wordt. Wellicht is het beter te kijken naar Jambon’s lichaamstaal in de Kamer. Zijn ineengedrongen houding, zijn doffe blik, soms een smalende glimlach, dan weer zijn handen voor de mond: het spreekt boekdelen.
De reacties van sommige regeringsleden zijn ook veelzeggend. Ze zitten blijkbaar onrustig en verveeld met de gang van zaken. Iedereen beseft wel dat het door het ‘gestook’ van en met Jambon de verkeerde kant uitgaat. In plaats van zich honderd procent met de nijpende, belangrijke en dringende problemen bezig te houden, spendeert de regering Michel haar tijd aan akkefietjes. Het gekrakeel en geruzie in de Kamer zijn zeker niet uitsluitend aan de oppositie te wijten. Het is evident dat de onenigheid en het wantrouwen in de ploeg een intern probleem bij de regering zelf is. Niet verwonderlijk ook, vermits een van de vice-premiers zich liet ontvallen dat hij dit zelf eigenlijk niet wil zijn. Zijn optredens en verklaringen tonen overigens aan dat hij aldus eigenlijk wél de waarheid zegt.
Intussen is ook aan het licht gekomen dat hij ‘jaren voor zijn toetreding tot N-VA, betrokken was bij de opstart van de Vlaams Blok-afdeling van Brasschaat’ [apache.be].
De huidige Minister van Binnenlandse Zaken maakte destijds ook deel uit van de raad van bestuur van de Vlaams-Nationale Debatclub. Op foto’s is te zien dat hij in die functie in april 1996 mede aan de eretafel zat met de top van het Vlaams Blok en de extreem rechtse gastspreker Jean-Marie Le Pen [apache.be].

De meeste verwijten die de oppositie de vice-premier aanwrijft, houden weliswaar verband met voorvallen of verklaringen uit de periode voor zijn recente ministeriële loopbaan. Ze verduidelijken echter zijn achtergrond en gedachtengoed, die zij onaanvaardbaar of onverenigbaar achten met zijn huidige functie. Bovendien betwisten  of weerleggen zij recente verklaringen die Jambon onlangs nog heeft aangevoerd.

Hoe dit alles zal aflopen is onzeker. Het staat echter als een paal boven water dat de piepjonge regering Michel een serieuze kink in de kabel heeft. Als de betrouwbaarheid van een der topministers keer op keer in vraag gesteld of in opspraak gebracht wordt, kan dit bezwaarlijk blauwblauw gelaten worden. Hierdoor komen, zoals onlangs al gebeurd is, onvermijdelijk ook andere vooraanstaanden, zoals de premier zelf  ofwel de Kamervoorzitter in ’t gedrang.
Als de oppositie quasi ‘en bloc’ de Kamerzitting verlaat, is er wel degelijk een haar in de soep. Benevens de meerderheidspartijen bleef enkel het Vlaams Belang op post…
 

JMP
07.12.2014
Toon alle berichten in Kruispunt / Opinie
JMP-Trends © 2024