Kruispunt / Opinie
< Pagina 3 van 12 >

De Rubicon (49)

 

De verkiezingsslag op 25 mei 2014 nadert met rasse schreden. Nog honderd dagen en ’t is zover. Alle partijen hebben in hun gelegenheidscongressen nagenoeg hun kaarten op tafel gelegd: soms haast onhaalbare beloften, alom onderhuidse tactiek, maar ook wat stoere plannen en goede voornemens. De extremisten doen daar nog een sausje bovenop: hun gebruikelijk gezwam en torenhoge luchtkastelen. Alsof zij Vlaanderen zullen omtoveren tot een aards paradijs, ten koste van een gesplitste, ontmantelde en leeggezogen Belgische natie.

 

We moeten nuchter blijven, nietwaar? Het V.B. is tenminste nog rechttoe rechtaan. Zijn aanhangers weten precies waarvoor ze staan. De vermomming en het bedrog van de N-VA daarentegen nemen alsmaar toe.
‘Onafhankelijk’ Vlaanderen ‘op termijn’? Dat zeggen ze nu. Wat heeft dit te beduiden? Wie kan nu weten wat hun nakomelingen, zeg maar over vijftig of honderd jaar, zullen of kunnen wensen? Neen dus, ‘op termijn’ betekent in hun illusies ‘zo spoedig mogelijk, liefst morgen’. Hun bestaansreden prijkt niet voor niets vooraan in hun statuten. Tijdens hun jongste congres hebben ze er geen jota aan veranderd. Verblinding troef.

Idem voor het ‘wondermiddel’ dat ze hiervoor willen opdissen: ‘confederalisme’.
De term is relatief ‘nieuw’: hij kwam in de elfde herziene druk (1984) van de ‘Dikke van Dale’ niet eens voor; in de negende uitgave (1991) van het ‘Verschueren Groot geïllustreerd Woordenboek’ al evenmin. Hij verscheen voor ’t eerst in de Woordenlijst Nederlandse taal, in 1995.

Verschueren bepaalde toen wel reeds de definitie van het specifieke woord ‘confederatie’: ‘verbond inz. Statenbond van onderling onafhankelijke delen, die tegenover vreemde mogendheden gemeenschappelijk optreden’. Hij vermeldde als voorbeeld: ‘Zwitserland is een confederatie’.

De term ‘confederatie’ is, volgens dezelfde bron, afgeleid van het Latijnse ‘foedus’  (verdrag, verbond, overeenkomst) en verwant met het werkwoord ‘fidere’ d.i. ‘vertrouwen stellen in, zich verlaten op’.

Hallo, ‘confederatie’ à la N-VA’? Dit zou dus van ons Land een ‘Statenbond van onderling onafhankelijke delen’ maken. Zelfstandige deelstaten dus die tegenover andere staten (naar eigen keuze en goeddunken) gezamenlijk zouden (kunnen) optreden. Alsof daarmee alle communautaire en andere twisten zouden ophouden.

Het is overduidelijk: dit is onrealistisch, dit is bedrieglijk, dit is misleidend. Geen enkele   andere democratische partij is bereid in dergelijke structuur mee te stappen.

 

Overigens gaat de gelijkenis met Zwitserland helemaal niet op. Dit is in 1291 ontstaan vanuit het ‘Zwitsers Eedgenootschap’, het ‘eeuwig verbond’ van diverse volkeren, in 1798 omgevormd  tot Helvetische Republiek, in 1815 tot een ‘statenbond’ (confederatie) van 22 kantons en in 1845 tot een ‘bondstaat’.

De ‘geschiedenis’ van België begon in 1790 eveneens met de oprichting van een republiek, een soort ‘Statenbond’ (‘Etats belgiques unis’), maar deze werd nog datzelfde jaar weer opgedoekt. Veertig jaar later – na nieuwe vreemde overheersingen – riep het Voorlopig Bewind ‘s Lands onafhankelijkheid uit; de Grondwet bracht in ons Land toen de parlementaire monarchie tot stand. Een unitaire staat dus. Om tegemoet te komen aan de groeiende wens van de bevolking werd op 5 mei 1993 de federale staat gecreëerd; vorig jaar kwam de 6e staatshervorming tot stand die aan de deelstaten zelfs het grootste deel van de bevoegdheden verleende.

De geschiedenis leert ons dus dat Zwitserland aanvankelijk als statenbond fungeerde doch zich reeds 17 jaar later tot ‘bondstaat’ verenigde. De Belgische ‘statenbond’ hield niet eens een jaar stand.

De verklaring van deze hervormingen is duidelijk. Verschueren definieert  een ‘statenbond’ als ‘een bond van staten die tot op zekere hoogte hun zelfstandigheid behouden’; hij geeft de Verenigde Staten van Noord-Amerika als voorbeeld. Een ‘bondstaat’ daarentegen omschrijft hij als ‘een staat gevormd door vereniging van tot op zekere hoogte zelfstandige landen, gewesten of steden; als voorbeeld verwijst hij naar Zwitserland. Hij benadrukt  overigens uitdrukkelijk dat een “statenbond een lossere vereniging dan een bondstaat” is.

In hetzelfde woordenboek wordt trouwens ook de term ‘federalisme’ omschreven als “stelsel van een statenbond of van een bondstaat”. Door zich uit te spreken voor ‘confederalisme’ (statenbond) geeft de N-VA dus uitdrukkelijk te kennen waar ze naartoe wil. Of dergelijke staatsstructuur het lang zou uithouden valt, zoals de geschiedenis aantoont, te betwijfelen. Alles wijst er immers op dat de feitelijke splitsing in de kortste tijd zou uitmonden in een complete breuk.

Natuurlijk keren de andere ‘democratische’ partijen zich af van dergelijke pure nonsens. Trouwens, zelfs een aanzienlijk aantal N-VA - sympathisanten zijn het blijkbaar met die grondstelling niet eens. Het is overigens opmerkelijk dat, zoals blijkt uit een recent grootschalig onderzoek van de KU Leuven, slechts 16,5 procent van de N-VA - kiezers en 37,5 procent van de VB – kiezers zich in 2010 uitspraken voor de splitsing van België. Blijkbaar stemde de meerderheid van deze kiezers dus wegens andere motieven dan de ‘onafhankelijkheid’.

De verwarring dreigt echter nog toe te nemen. Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) gewaagt nu immers van ‘positief confederalisme’. Eigenlijk is dit een contradictio in terminis, blijkbaar om zich te distantiëren van het N-VA.

Het is erg bedenkelijk en zorgwekkend dat de twee grootste Vlaamse partijen met dergelijke prietpraat hun kiezers pogen te begoochelen. Het onderscheid tussen beide is nochtans zonneklaar: het CD&V wil geen splitsing van het Land, enkel meer bevoegdheden voor Vlaanderen. Waarom dan zoveel politiek gefröbel?

 

De N-VA heeft onlangs tijdens haar verkiezingscongres de dekmantel enigszins opgelicht. Als we het goed begrijpen bevestigt ze dat de partij thans voluit gaat voor de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Vlaanderen maar dat ze nadien ook bereid zou zijn tot vrijblijvende akkoorden met Wallonië. Wat er met Brussel zou moeten gebeuren mag Joost weten. Volgens sommigen zou dit de hoofdstad van Vlaanderen moeten worden. Blijkbaar wil zij ook niet geweten hebben dat dit een reële splitsing van België zou betekenen. Begrijpe wie kan. Verwacht zij dan echt dat de trouwe Belgen – in Wallonië, in Brussel en ook nog altijd in de Vlaamse meerderheid – het ooit eens zullen zijn met dergelijke koehandel?

Blijkbaar hebben de congresgangers, ondanks wat tegenspraken, hierover nu toch een overeenkomst bereikt. De grote ‘leider’ Bart De Wever heeft aldus, aan het hoofd van zijn troepen, de Rubicon overgestoken. Nu nog een klinkende zege en het thuisland Rome ligt aan zijn voeten, zo hoopt hij.

 

Zo’n vaart zal het wel niet lopen. De kiezers dienen nochtans te beseffen, ondanks alle schijnvertoning, wat er ècht op het spel staat.

De regeringsvorming na de verkiezingen zal waarschijnlijk een bijzonder zware klus worden. Koning Filip zal zich voorzeker zwaar moeten inspannen om, net als zijn vader twee jaar geleden, de hete kastanjes uit het vuur te halen.  Het wordt zowaar heel moeilijk om de diverse standpunten te verzoenen en aan de vooraf gestelde eisen te voldoen, indien de gesprekspartners niet eens bereid zijn tot compromissen. Als de primaire wil echter ontbreekt om tot een vergelijk te komen,  blijft enkel de weg van het gezond verstand. Zo niet wordt de totale ineenstorting schier onvermijdelijk.

Niemand hoeft zich ter zake enige illusie te maken: België kan zich in de huidige omstandigheden een nieuwe regeringscrisis van 541 dagen niet meer permitteren. Zo’n ramp zou alle inspanningen en verwezenlijkingen van de voorbije jaren tenietdoen, alle moeizaam verworven internationaal krediet kelderen en ons Land in de grootste ellende storten.

Dit is helaas geen doemdenken, zoals het N-VA thans wil doen geloven.

Dit is de fundamentele keuze die elke kiezer weldra in eigen handen heeft.

JMP
14.02.2014

De kentering (48)

Er is geen twijfel meer mogelijk.
Vijf maanden voordat sommige doemdenkers hun ijle verzuchtingen in de ‘moeder van alle verkiezingen’ hopen tot stand te brengen, is de ‘reïncarnatie’ reeds aangevat.

Alle negativisten, afbrekers en grafdelvers ten spijt heeft de ‘nationale unie’-regering di Rupo niet enkel haar doelstellingen binnen de gehalveerde beleidstermijn in ruime mate gerealiseerd, maar ook nog een aantal drastische verbeteringen en innovaties tot stand gebracht. Dank zij deze onmiskenbare prestatie en sanering heeft België opnieuw aansluiting bij de toplopers van het verenigd Europa gevonden. Voor het eerst sinds jaren komt ons Land zelfs in de kijker op wereldvlak.

De internationale crisis heeft weliswaar een zware tol geëist van onze bevolking en onze economie; de bedrijfssluitingen, de werkloosheid en de armoede zijn (nog) niet bedwongen. Er zijn nochtans duidelijke tekenen van beterschap. De kerstclash van het elektronisch betaalverkeer n.a.v. de eindejaarsverkoop kan geen toeval zijn.

Bovenop deze herleving springt vooral de ‘manier waarop’ in het oog. Ziedaar een regering die de problemen weet (en durft) aan te pakken. Heel wat ‘heilige huisjes’ uit het verleden werden onder handen genomen, ontsporingen en misbruiken werden blootgelegd en opgedoekt, er vielen lijken uit de kast. Zoveel gedrevenheid van onze beleidslieden heeft men sinds mensenheugenis in ons landje niet gezien. De ‘Belgique à papa’ heeft afgedaan. Benevens de consequente beleidsvoering werden ook tal van sociale maatregelen getroffen die de zwakkeren en de behoeftigen ten goede komen. Ondanks de (soms al te gekke) GAS-boeten – waarvoor de federale regering overigens niet verantwoordelijk kan gesteld worden – is ons maatschappelijk bestel toch op menig gebied heel wat humaner geworden; de solidariteit – ook met de migranten – is toegenomen. België is voor velen een echt ‘thuis’ geworden, waar het goed is te leven. Kortom, de oubolligheid, de bekrompenheid zowel als de verzuring zijn vooralsnog bezworen.

Het volgehouden consensusbeleid is een bijzonder positief en hoopgevend teken aan de wand. Zeker, er is in de Wetstraat 16 af en toe fors gepalaberd, er zijn in de pers en TV-debatten heel wat robbertjes gevochten, er is in de sociale media heel wat gal gespuwd; toch hebben de regeringspartijen telkens een democratisch compromis gesloten of vergelijk gevonden.

Ons Land heeft de door sommigen voorgeschotelde harde ‘verandering’ niet nodig. De bedrieglijke ‘beloften’ van de extremistische oppositiepartijen zijn door de prestaties van een standvastige meerderheid voorbijgestreefd en overbodig geworden; hun dreigementen zijn ontmaskerd en ontmanteld.

Niemand zit te wachten op een nieuwe zoveelste ‘staatshervorming’. België kan de 540 dagen stuurloosheid waarin het voordien door radicaal getouwtrek terechtgekomen was, voortaan missen als de pest. Het Land heeft bovenal behoefte aan volhardend stevig herstelbeleid.

Het institutioneel gehakketak, inzonderheid omtrent het koningschap, mag stoppen. Menigeen beseft onderwijl wel dat al het gekrakeel hoofdzakelijk gevoerd wordt met de bedoeling het Land te destabiliseren.

De troonsopvolging door Prins Filip heeft al meteen een positief effect gehad. De loze aantijgingen tegen de Koninklijke gratieverleningen werden in  24 u. in de kiem gesmoord.

De nieuwe Vorst heeft in enkele maanden bewind alvast een beloftevol elan genomen. Zijn houterig, ietwat onwennig optreden van vroeger is wonderbaar omgeslagen tot een open, vrijmoedig, empathisch, zelfverzekerd, betrouwbaar en overtuigend vertoon.

Zijn eerste Kerstboodschap werd zowaar door meer dan 1,2 miljoen TV-kijkers bekeken. In het spoor van zijn vader riep hij alle landgenoten op tot samenwerking.

Koningin Mathilde draagt met haar innemende verschijning en  tederheid in ruime mate bij tot de sympathie van de bevolking. Samen met hun mooi gezin hebben zij in een minimum van tijd heel wat harten veroverd.

Einde 2013. Gedaan met kletsen, zaniken en zeuren. Le vin nouveau vient d’arriver. Er waait een nieuwe frisse wind over het Land.

JMP
28.12.2013

Het masker (47)

Het drogbeeld ‘confederatie’ dat ons werd voorgespiegeld is eindelijk gebarsten. Met veel omhaal heeft N-VA – alsnog de grootste politieke familie in het Vlaams-politieke landschap –  haar proefdruk van het nieuwe België voorgesteld. Een stevig werkstuk dat niemand onberoerd kan laten en tegelijk de verdienste heeft enige duidelijkheid te scheppen in de maskerade die deze partij maandenlang ten tonele heeft gevoerd.

 

Ten onrechte hebben de N-VA-kopstukken de waan verkondigd dat hun partij de confederale structuur van het Land voorstonden; ze beweerden zelfs dat CD&V en Open VLD  allebei dergelijke hervorming genegen waren.

In werkelijkheid hebben zij zelf deze terminologie van deze partijen overgenomen en er daarna een gans andere betekenis aan gegeven. Dit blijkt nu klaar en duidelijk uit het ontwerp tot staatshervorming dat zij, in het vooruitzicht en de aanloop van de federale verkiezingen in 2014, op tafel leggen.

Niemand hoeft zich overigens begoochelingen te maken over de werkelijke intenties van N-VA. Haar statuten zijn, voor zover bekend, ongewijzigd gebleven. Het opdoeken van België is, zo blijkt, haar voornaamste betrachting. Tot nader order is dit nog steeds de eerste reden van haar bestaan.

Talrijke elementen in haar revolutionaire voorstellen tonen daarenboven duidelijk aan dat zij deze nieuwe structuur enkel als een voorlopige overgangsmaatregel beschouwt, die ‘op termijn’ toch op echte onafhankelijkheid zal uitmonden. Háár blauwdruk van ‘confederatie’ bevat immers de kiemen van nieuwe eisen en betwistingen, de ideale voedingsbodem voor nieuwe afdreiging en ruzie. De reeds beproefde afbraakpolitiek gaat verder, ‘België barst’.

Haar voorstellen tot samenwerking zijn doorzichtig en huichelachtig. De door haar voorgestelde hervormingen hoeven helemaal niet meteen tot stand te komen; er moet na de verkiezingen alleen maar over gepraat worden, er moeten enkel ‘afspraken’ gemaakt worden voor de ‘grote kuis’. Op die voorwaarden is ze zelfs bereid aan ’s Lands bestuur mee te werken, ten einde België er weer gans bovenop te krijgen. Voorwaarde is wel dat de PS aan de kant gezet wordt. Jawel, ze wil o zo graag bijdragen aan de welvaart van het Land; ze smacht ernaar de teugels zelf in handen te nemen. Jawel, Koning Filip mag (voorlopig) blijven, voor de lol weliswaar.

 

België huivert bij zoveel ’ambitie’. Het valt te betwijfelen of enige Belg, die naam waardig, bereid zal gevonden worden om in dergelijke utopische zeilboot te stappen.

 

Onze nieuwe Koning stelt het inmiddels goed. Hij zorgt voor vernieuwing en weet van aanpakken. Zelfs de regering boert rustig maar kranig voort. Neen, België is (nog) niet het Beloofde Land. Maar er wordt aan gewerkt, ook zonder reformatie.

JMP
31.10.2013

'Leve België!' (46)

Deze slotwoorden van Koning Albert II, bij de aankondiging van zijn troonsafstand, vatten de verdiensten samen van heel zijn twintigjarige regeerperiode.

De Vorst (79) zag er vermoeid, gespannen en vooral geëmotioneerd uit. Het doet hem blijkbaar leed dat zijn leeftijd en gezondheidstoestand hem nopen tot het neerleggen van zijn taak. Tegelijk uitte hij nochtans zijn volle vertrouwen in de troonopvolging door zijn zoon, kroonprins Filip. De talenten, de verscheidenheid, de edelmoedigheid en de energie van de Belgen zelf noemde hij evenwel een ‘buitengewone troef’ voor de toekomst van ons land. Hij benadrukte tevens: “De rol en de legitimiteit van de Koning der Belgen bestaat erin ten dienste te staan van de democratie en van haar burgers”.
De aftredende Vorst eindigde zijn merkwaardige en serene toespraak met de geruststelling: “Natuurlijk betekent het einde van mijn regeerperiode niet dat onze wegen nu uiteengaan, wel integendeel”. Als blijk van vertrouwen en waardering kan dit tellen.

Het lijdt geen twijfel dat de beslissing van de Vorst hoofdzakelijk te maken heeft met zijn persoonlijke toestand. De jaren dienstbaarheid en de diverse operaties die hij sinds 2000 heeft ondergaan, hebben hem duidelijk getekend. De lange periode van instabiliteit, de inspanningen en de stress bij de daaropvolgende moeizame regeringsvorming en de wereldwijde economische  crisis van de laatste jaren hebben hem ook zwaar op de proef gesteld. Herhaaldelijk uitte hij zijn grote bezorgdheid over de aanhoudende dreigementen met de splitsing van het land en de toenemende verzuring van het maatschappelijk bestel. Ook de onafgebroken aanvallen en laster jegens de Koninklijke familie hebben hem diep gegriefd.

In die uiterst moeilijke omstandigheden is hij nochtans steeds bijzonder kranig gebleven. Treffend is wel dat hij in zijn vele ontmoetingen met de bevolking steeds blijk heeft gegeven van luisterbereidheid, begrip en empathie. Zijn laatste bezoek aan de  ‘Paardevissers’ in Oostduinkerke, op 13 juni ll., was hiervan nog een sprekend getuigenis. Het beeld van de bejaarde Vorst die in zijn rubberen laarzen stond te ploeteren in de branding, zal de geschiedenis ingaan. Hij toonde aldus eens te meer hoezeer hij begaan was met het leven en werk van zijn volk en betuigde als fijnproever meteen ook zijn dank voor het mandje verse garnalen die de ‘Orde van de Paardevissers’ hem telken jare bij de seizoenaanvang in het paleis hebben aangeboden.

Het opmerkelijk stilzwijgen van de N-VA, daags na de aankondiging van de troonswisseling, toont aan hoezeer de kopmannen van die partij op dat ogenblik verrast en vooral in verlegenheid waren. Na bedenktijd kon er uiteindelijk toch enige blijk van respect voor de aftredende Vorst vanaf. Dit weerhield de ‘grote leider’ niet zich wat later schamper bereid te verklaren om de toekomstige Vorst in zijn stadhuis te ontvangen ‘als hij honger heeft’. Deze amper verholen spot en de gebruikelijke lichaamstaal verraden eens te meer zijn minachting voor de grondwettelijke opperste gezagdragers van het land.
De zgn. ‘republikeinen’ kunnen blijkbaar niet nalaten hun misleidende ideeën opnieuw op tafel te gooien. Zij ontkennen ten onrechte de democratische rechtsgeldigheid van het koningschap en wensen dit te vervangen door een presidentieel regime. De ware bedoeling van velen onder hen is evenwel de splitsing, zeg maar het barsten van het land. Beseffen zij dan niet welk onheil ze aldus dreigen aan te richten?

Toegegeven, het koningschap is de perfectie niet. Maar het bestel heeft zijn nut, zin en waarde in het multiculturele België wel degelijk bewezen. Zouden de Belgen er ècht beter aan toe zijn met een periodiek verkozen president? Heeft de afgang van Mohamed Mursi en zijn voorgangers in Egypte – toch de bakermat van onze cultuur – niet het tegendeel bewezen? Er zijn talrijke voorbeelden van die aard in onze oude en recente geschiedenis. En wat te denken van Adolf Hitler – weliswaar in de functie van ‘Führer’ – die nochtans ook via opeenvolgende democratische verkiezingen aan de macht kwam? Is men vergeten wat hij zijn land en de ganse wereld heeft aangedaan?
Er was meer nodig dan wat politiek gekakel om hem te kunnen verdrijven!
 

Zullen we het ‘gezond boerenverstand’, waar wij ons zo graag op beroepen, straks prijsgeven? Zeker, onze parlementaire democratie heeft haar lacunes. Wij, de burgers, zijn ook niet volmaakt, evenmin als onze gezagdragers. Maar zo slecht is het in ons Land toch ook weer niet. We gaan zelfs door als een der meest welvarende naties ter wereld. En er wordt nog aan gewerkt ook. Nooit eerder in de naoorlogse geschiedenis werd hier zoveel veranderd, hervormd en verbeterd dan in de huidige regeringstermijn.
Met prins Filip, straks koning Philippe, wacht ons ongetwijfeld een periode van verjonging en vooruitgang. Na vele jaren politiek gehakketak staan de Belgen open en klaar voor een nieuwe dynamiek.

De separatisten maken natuurlijk van de gelegenheid gebruik om ook opnieuw aan te dringen op een louter protocollaire rol voor de nieuwe koning. Ze zouden het toch o zo graag zelf allemaal voor het zeggen hebben en dromen ervan hun vastgeroeste kuren op te dringen aan de bevolking. Hun ‘verandering’ is een weg terug, een ommekeer naar zelfgenoegzaamheid. Het democratisch compromis is duidelijk niet aan hen besteed.

Alle meerderheidspartijen zijn het er overigens over eens dat het koningschap dient aangepast te worden aan de moderne tijd. Het is nochtans essentieel dat de Koning – als onafhankelijk bemiddelaar en behoeder van land en volk – zijn inspraak,  invloed en wijsheid dient te behouden bij de regeringsvorming. De 541 dagen regeringsvacuüm in een recent verleden hebben dit ten overvloede aangetoond.

Vele politici en commentatoren stelden zich meteen ook de vraag of dit nakend koninklijk ’afscheid’ wel op het geschikte ogenblik gepland is. De toekomst zal het uitwijzen. Het is niettemin apert dat de huidige periode van politieke ‘bezinning’ en voorbereiding een uitgelezen momentum is voor de troonswisseling;  de breedvoerige hervormingen en uitstekende  socio-economische en budgettaire resultaten die de regering di Rupo thans verwezenlijkt, zijn overigens een voortreffelijke aanloop tot een algemeen herstel.

Al met al kan kroonprins Filip straks met vertrouwen de troon bestijgen onder een gelukkig gesternte.

JMP
07.07.2013

Verademing (45)

Op zowat een jaar voor de ‘moeder van alle verkiezingen’ is zowaar een periode van relatieve rust en bezadigdheid ingetreden. De extreem Vlaamse partijen profileren hun pioniers, verstevigen hun posities en matigen – voorlopig - hun verbaal geweld. Middelerwijl ruimen zij wel de ‘Belgische symbolen’ op in de door hen ’veroverde’ gemeentehuizen en straten, en maken zij meteen duidelijk wie het daar nu voor het zeggen heeft. Kortom een voorproefje van wat gans Vlaanderen te wachten staat, mochten zij ooit aan het bewind komen.
 

Dit alles was te verwachten en voorspeld. Het pluspunt is wel dat een en ander duidelijker geworden is. Voorbij is de tijd dat zij hun ware bedoelingen verdoezelden en het kiezerspubliek een rad voor de ogen draaiden. Ze geven nu wèl openlijk toe dat er (momenteel) ‘geen meerderheid’ bestaat voor een ‘zelfstandig’ of ‘onafhankelijk’ Vlaanderen; ze opteren nu eerder voor een ‘confederatie’. Zo is de verwarring weer hemelsbreed: ze weten maar al te goed dat andere partijen een gans verschillende betekenis hechten aan het woord ‘confederatie’. In werkelijkheid streven de Vlaams-nationalisten – althans hun leiders – wel degelijk naar een splitsing van het Land. De NV-A-statuten zijn niet afgezworen.
 

Intussen is de regering ‘in topvorm’, zo houdt Elio Di Rupo staande. Er zijn redenen om deze forse uitspraak enigszins te relativeren. Het klopt wel dat de regeringspartijen betrekkelijk goed samenwerken en tot dusver reeds meer gerealiseerd hebben dan een aantal van hun voorgangers samen. Di Rupo kan zich er alvast op beroemen te doen wat een ander nog steeds belooft. De ruim 500 dagen regeringloosheid heeft hij gecompenseerd met 500 dagen prestaties. Dit alles in aartsmoeilijke internationale crisistijd.

 

De recente regeringsbeslissing om de harde besparingsronde van de voorbije maanden tot na de verkiezingen – dus tijdelijk – in toom te houden, biedt ons Land intussen de kans om weer wat op adem te komen. Deze maatregel lijkt op het eerste zicht wel een gebaar van zwakheid of opportunisme maar draagt er ongetwijfeld toe bij om het vertrouwen van de bevolking te herstellen. Zij kadert overigens in de diverse positieve resultaten die tot dusver door ons Land ook op internationaal vlak behaald zijn. De reeds eerder besliste saneringen worden bovendien gehandhaafd. Tevens is de hoop gewettigd dat de volgende  besparingsronde in een enigszins gunstiger economisch en monetair klimaat zal kunnen uitgevoerd worden. Nu reeds kan de regering profiteren van enkele onverwachte meevallers zoals de ontdekking van de off-shore kapitalen en de verkoop van ‘’Bad Bank’ Fortis.

De regering Di Rupo geeft aldus ook een signaal van vertrouwen in de toekomst. Zij beseft wel degelijk dat de huidige nationale unie geroepen is haar taak ook na de verkiezingen in mei 2014 voort te zetten. Ons Land heeft – zeker in de huidige omstandigheden – nood aan stabiliteit. Dat de huidige ‘vlinder-regering’ in staat is die stabiliteit te verzekeren, heeft zij in alle geval reeds afdoende bewezen. Die ‘rustige vastheid’ is er inderdaad gekomen door de ‘verandering’ die anderen enkel beloofden maar geweigerd hebben zelf mee te realiseren.

 

In dit kader is ook de continuïteit van onze parlementaire monarchie een elementaire vereiste. Het verhaal van de tegenstanders dat ons Vorstendom niet thuishoort in onze democratie is nonsens. Ons regime is immers – zoals wij in vorige bijdragen reeds aantoonden – wel degelijk op democratische wijze tot stand gekomen; het werd uitdrukkelijk en met aandrang door onze overgrootouders zorgzaam en stevig opgebouwd. Het is wel evident dat een bijna twee eeuwen eerder opgericht systeem aan de moderne evolutie kan aangepast worden. Ook dit wordt overigens, met de instemming van de Koning zelf, door de huidige regering gerealiseerd.

De troonsafstand van Koning Albert II , die door sommigen gewenst of binnenkort verwacht wordt, zal waarschijnlijk, behoudens onverwachte gebeurtenissen, pas na de verkiezingen plaats vinden. De te verwachten harde kiesstrijd is, om diverse redenen, zeker geen gunstig kader voor een serene machtsoverdracht.

De hoop is gewettigd dat de resultaten van de stemming in 2014, die wellicht ten dele de allures zal krijgen van een referendum, de stabiliteit van het Land zullen verzekeren. Dit zou meteen de weg effenen voor Prins Filip en de uitvoering van een stevig relanceplan.

JMP
29.04.2013
< Pagina 3 van 12 >
JMP-Trends © 2024