Kruispunt / Opinie

'Leve België!'

Deze slotwoorden van Koning Albert II, bij de aankondiging van zijn troonsafstand, vatten de verdiensten samen van heel zijn twintigjarige regeerperiode.

De Vorst (79) zag er vermoeid, gespannen en vooral geëmotioneerd uit. Het doet hem blijkbaar leed dat zijn leeftijd en gezondheidstoestand hem nopen tot het neerleggen van zijn taak. Tegelijk uitte hij nochtans zijn volle vertrouwen in de troonopvolging door zijn zoon, kroonprins Filip. De talenten, de verscheidenheid, de edelmoedigheid en de energie van de Belgen zelf noemde hij evenwel een ‘buitengewone troef’ voor de toekomst van ons land. Hij benadrukte tevens: “De rol en de legitimiteit van de Koning der Belgen bestaat erin ten dienste te staan van de democratie en van haar burgers”.
De aftredende Vorst eindigde zijn merkwaardige en serene toespraak met de geruststelling: “Natuurlijk betekent het einde van mijn regeerperiode niet dat onze wegen nu uiteengaan, wel integendeel”. Als blijk van vertrouwen en waardering kan dit tellen.

Het lijdt geen twijfel dat de beslissing van de Vorst hoofdzakelijk te maken heeft met zijn persoonlijke toestand. De jaren dienstbaarheid en de diverse operaties die hij sinds 2000 heeft ondergaan, hebben hem duidelijk getekend. De lange periode van instabiliteit, de inspanningen en de stress bij de daaropvolgende moeizame regeringsvorming en de wereldwijde economische  crisis van de laatste jaren hebben hem ook zwaar op de proef gesteld. Herhaaldelijk uitte hij zijn grote bezorgdheid over de aanhoudende dreigementen met de splitsing van het land en de toenemende verzuring van het maatschappelijk bestel. Ook de onafgebroken aanvallen en laster jegens de Koninklijke familie hebben hem diep gegriefd.

In die uiterst moeilijke omstandigheden is hij nochtans steeds bijzonder kranig gebleven. Treffend is wel dat hij in zijn vele ontmoetingen met de bevolking steeds blijk heeft gegeven van luisterbereidheid, begrip en empathie. Zijn laatste bezoek aan de  ‘Paardevissers’ in Oostduinkerke, op 13 juni ll., was hiervan nog een sprekend getuigenis. Het beeld van de bejaarde Vorst die in zijn rubberen laarzen stond te ploeteren in de branding, zal de geschiedenis ingaan. Hij toonde aldus eens te meer hoezeer hij begaan was met het leven en werk van zijn volk en betuigde als fijnproever meteen ook zijn dank voor het mandje verse garnalen die de ‘Orde van de Paardevissers’ hem telken jare bij de seizoenaanvang in het paleis hebben aangeboden.

Het opmerkelijk stilzwijgen van de N-VA, daags na de aankondiging van de troonswisseling, toont aan hoezeer de kopmannen van die partij op dat ogenblik verrast en vooral in verlegenheid waren. Na bedenktijd kon er uiteindelijk toch enige blijk van respect voor de aftredende Vorst vanaf. Dit weerhield de ‘grote leider’ niet zich wat later schamper bereid te verklaren om de toekomstige Vorst in zijn stadhuis te ontvangen ‘als hij honger heeft’. Deze amper verholen spot en de gebruikelijke lichaamstaal verraden eens te meer zijn minachting voor de grondwettelijke opperste gezagdragers van het land.
De zgn. ‘republikeinen’ kunnen blijkbaar niet nalaten hun misleidende ideeën opnieuw op tafel te gooien. Zij ontkennen ten onrechte de democratische rechtsgeldigheid van het koningschap en wensen dit te vervangen door een presidentieel regime. De ware bedoeling van velen onder hen is evenwel de splitsing, zeg maar het barsten van het land. Beseffen zij dan niet welk onheil ze aldus dreigen aan te richten?

Toegegeven, het koningschap is de perfectie niet. Maar het bestel heeft zijn nut, zin en waarde in het multiculturele België wel degelijk bewezen. Zouden de Belgen er ècht beter aan toe zijn met een periodiek verkozen president? Heeft de afgang van Mohamed Mursi en zijn voorgangers in Egypte – toch de bakermat van onze cultuur – niet het tegendeel bewezen? Er zijn talrijke voorbeelden van die aard in onze oude en recente geschiedenis. En wat te denken van Adolf Hitler – weliswaar in de functie van ‘Führer’ – die nochtans ook via opeenvolgende democratische verkiezingen aan de macht kwam? Is men vergeten wat hij zijn land en de ganse wereld heeft aangedaan?
Er was meer nodig dan wat politiek gekakel om hem te kunnen verdrijven!
 

Zullen we het ‘gezond boerenverstand’, waar wij ons zo graag op beroepen, straks prijsgeven? Zeker, onze parlementaire democratie heeft haar lacunes. Wij, de burgers, zijn ook niet volmaakt, evenmin als onze gezagdragers. Maar zo slecht is het in ons Land toch ook weer niet. We gaan zelfs door als een der meest welvarende naties ter wereld. En er wordt nog aan gewerkt ook. Nooit eerder in de naoorlogse geschiedenis werd hier zoveel veranderd, hervormd en verbeterd dan in de huidige regeringstermijn.
Met prins Filip, straks koning Philippe, wacht ons ongetwijfeld een periode van verjonging en vooruitgang. Na vele jaren politiek gehakketak staan de Belgen open en klaar voor een nieuwe dynamiek.

De separatisten maken natuurlijk van de gelegenheid gebruik om ook opnieuw aan te dringen op een louter protocollaire rol voor de nieuwe koning. Ze zouden het toch o zo graag zelf allemaal voor het zeggen hebben en dromen ervan hun vastgeroeste kuren op te dringen aan de bevolking. Hun ‘verandering’ is een weg terug, een ommekeer naar zelfgenoegzaamheid. Het democratisch compromis is duidelijk niet aan hen besteed.

Alle meerderheidspartijen zijn het er overigens over eens dat het koningschap dient aangepast te worden aan de moderne tijd. Het is nochtans essentieel dat de Koning – als onafhankelijk bemiddelaar en behoeder van land en volk – zijn inspraak,  invloed en wijsheid dient te behouden bij de regeringsvorming. De 541 dagen regeringsvacuüm in een recent verleden hebben dit ten overvloede aangetoond.

Vele politici en commentatoren stelden zich meteen ook de vraag of dit nakend koninklijk ’afscheid’ wel op het geschikte ogenblik gepland is. De toekomst zal het uitwijzen. Het is niettemin apert dat de huidige periode van politieke ‘bezinning’ en voorbereiding een uitgelezen momentum is voor de troonswisseling;  de breedvoerige hervormingen en uitstekende  socio-economische en budgettaire resultaten die de regering di Rupo thans verwezenlijkt, zijn overigens een voortreffelijke aanloop tot een algemeen herstel.

Al met al kan kroonprins Filip straks met vertrouwen de troon bestijgen onder een gelukkig gesternte.

JMP
07.07.2013
Toon alle berichten in Kruispunt / Opinie
JMP-Trends © 2024